IMPREGNEREN

GEVELIMPREGNERING

Buitenmuren worden blootgesteld aan weersinvloeden van regen, sneeuw, wind en zon. Meestal gaat het om materialen als baksteen, metselwerk, beton, kalkzandsteen, vezelcement of natuursteen. Erg stabiel, maar niet onaantastbaar.

De buitenste ‘laag’ van een gebouw moet daarom voor langere tijd tegen de weersomstandigheden worden beschermd. Gevelimpregnering, ook wel hydrofoberen genoemd, is een techniek die uw buitenmuren voorziet van een ademende afdichting die voorkomt dat er vocht binnendringt.

Voordelen:

- De muur is waterstotend, het regenwater dringt niet meer in de muur.
- Minder tot geen vervuiling van de muur (algen, mossen, enz.)
- De muur blijft waterdampdoorlatend.
- Minder warmteverlies door geleiding.
- Geen afkoeling van de muur door waterverdamping.
- Geen aantasting van de steen door zure regen.
- Geen salpetervlekken op de muur.

Het impregneermiddel wordt vloeiend aangebracht en moet over het te behandelen oppervlak aflopen, om als vloeistoffilm enige tijd met de poreuze oppervlakte in contact te staan. Dan wordt door de capillaire krachten (vocht opzuigend vermogen) van de ondergrond het impregneermiddel in het bouwmateriaal gezogen. De hoeveelheid materiaal die daarbij wordt opgenomen, hangt af van het poriënvolume, de verdeling hiervan en de contacttijd.

Impregneren heeft alleen zin op een gevel, die verder nog in goede staat verkeert.

Alvorens de werkzaamheden te beginnen, moeten de voegen worden gecontroleerd en zo nodig worden gerepareerd of vervangen. Bouwkundige fouten of gebreken worden niet hersteld door hydrofobering.

Tevens dient te worden bezien of deze eerst moet worden gereinigd. Indien de gevel is vervuild, zal deze het impregneermiddel minder goed opnemen en laat het resultaat te wensen over.

TIP : laat vóór het isoleren van de spouwmuur de gevel impregneren!